Uitgebreide biografie Paul
Geboren (1947) en getogen in Amsterdam, kwam ik in mijn tiener- en studietijd in aanraking met de hippie-scene. Een inspirerende zoektocht naar nieuwe leefwijzen en naar wat ik zelf wilde doen in het leven volgde en voerde me liftend door heel Europa.
Toen ik op een dag een voorstelling van het Russische ballet zag, met zijn fantastische dansers, onwaarschijnlijke passie, gratie en zeggingskracht, wist ik: drama en podiumkunst was mijn richting.
Op de Amsterdamse Theaterschool ontdekte ik dans, acteren, mime en muziek en dat veranderde mijn leven voorgoed. In de laatste fase van mijn studie in 1968 raakte onze school in de ban van de Parijse studentenrevolte. Ook wij eisten zeggenschap over onderwijs en leermethoden. Het was een inspirerende tijd. Internationaal experimenteerden kunstenaars en nieuwe theater- en dansgezelschappen met innovatieve multidisciplinaire concepten: onder meer The Living Theatre, Jerzy Grotowski, Peter Brook, Robert Wilson, Maurice Béjart, Peter Schat, Koert Stuyff en Louis Andriessen.
Brussel en Parijs
In deze bewogen jaren richtte Maurice Béjart in Brussel een uniek centrum voor dans en drama op: de Mudra School, een allround onderwijscentrum voor dansers, acteurs, zangers en muzikanten. Hij voegde deze disciplines samen in totaaltheaterproducties als Nijinsky, Clown of God, Orphée, L’histoire du soldat, Our Faust, de Bolero en de Sacre du printemps in het Theatre royale de la Monnaie, het Cirque Royal, op openluchtfestivals et cetera.
Ik had het geluk om aangenomen te worden op deze bijzondere school en als deelnemend artiest enkele van zijn grootschalige producties mee te maken, waar grote kunstenaars als Jorge Donn, Susan Farrell, Paolo Bortoluzzi, Nurejev, Jean Marais, Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen aan meewerkten.
In 1975 verhuisde ik naar Parijs en studeerde twee jaar lang dagelijks bij de grote Japanse Zenmeester Taisen Deshimaru, die me de discipline en de rituelen van zazen leerde. Naast dit stille, reflectieve, naar binnen gerichte werk, trad ik ook op met verschillende theater-/dansgezelschappen, zoals die van Michel Caserta en Michel Renault. Ook produceerde ik mijn eigen werk voor onder andere het festival van Bagnolet.
New York
Twee jaar na mijn verblijf in Parijs won ik een beurs om in New York bij choreograaf Merce Cunningham te studeren. Een opwindende tijd waarin ik de nieuw opkomende theaterwereld verkende in de lofts van downtown New York. Daar kwam ik in aanraking met het werk van Robert Wilson, Meredith Monk, Laurie Anderson, de Judson Church en vele off-Broadway theaterproducties. Komend vanuit de Europese kunstscene, ervoer ik dit als bijzonder verfrissend en inspirerend. Ik zag uitzonderlijk getalenteerde kunstenaars tradities en taboes overschrijden en grenzen verleggen.
Met collega’s met wie ik aan de Mudra School had gewerkt en met de Franse danseres Agnès Denis ontwikkelden we totaaltheaterproducties in lofts, kerken en universiteitsgebouwen in Manhattan. Het was voor mij een geweldige tijd van vernieuwing, maar na twee hectische jaren had ik behoefte aan rust en een verandering van omgeving.
Londen
In 1979 keerde ik terug naar Europa. Ik belandde in Londen en besloot mezelf de tijd en ruimte te geven om me verdiepen in de zogenaamde praktische en ‘spirituele’ filosofieën van die tijd, in het bijzonder die van Gurdjieff, Krishnamurti and Rudolf Steiner.
Om in mijn onderhoud te voorzien gaf ik bewegingslessen in diverse kunstcentra. Daar ontmoette ik Tessa Marwick, met wie ik samen ging optreden als duo Baraka.
Tessa, gerespecteerd artistiek leider en bewegingsleraar aan de Royal Academy of Dramatic of Art (RADA) en de East 15 Acting School, bracht me in contact met haar eigen werk. We begonnen samen aan de ontwikkeling van een gespecialiseerde bewegingsmethodiek voor acteurs en dansers in opleiding en we breidden onze lessen uit naar andere scholen, onder andere de Drama Studio en ALRA.
In deze jaren studeerden we ook intensief tai chi, euritmie en Bothmer-gymnastiek. Daarnaast volgden we Alexandertechnieklessen, waarmee ik eerder in Philadelphia al had kennisgemaakt tijdens een cursus van Kitty Wielopolska, die zelf door F.M. Alexander was opgeleid.
In 1980, vlak nadat Tessa de opleiding tot Alexandertechniekleraar was gestart bij Walter Carrington, had ik een bijzondere, transformerende privéles bij Carrington. Het werd me duidelijk dat ik, in het licht van onze persoonlijke ontwikkeling en onze toekomst, ook de lerarenopleiding wilde gaan doen.
Toen we vier jaar later beiden waren afgestudeerd, was onze kijk op onderwijs en kunst ingrijpend veranderd, met name de manier waarop we Alexandertechniek in onze lessen en uitvoeringen het beste konden toepassen. Vanaf die tijd liepen onze workshops en projecten in Europa naadloos over in onze performances
Zwitserland
In 1986 mondde een van deze workshops uit in een vier maanden durend project in Kaiserstuhl, Zwitserland. Samen met twaalf oud-workshopdeelnemers uit heel Europa ontwikkelden we de voorstelling Orpheus en Eurydice, waarmee we door Zwitserland trokken.
Zweden
Tijdens mijn lessen Werbeck-zang, euritmie and Bothmer-gymnastiek in Sussex, ontmoette ik Per Ahlbom, een Zweedse muzikant, zanger, schilder en voortreffelijk pedagoog. Tessa en ik waren zeer onder de indruk van zijn werk. We schoven onze docentencarrières bij RADA, Drama Centre, East 15 en ALRA in Londen terzijde om bij hem in het Zweedse Járna te studeren. Het werd een vruchtbare leertijd, waarin we met kinderen werkten en ons wijdden aan onder meer euritmie, architectuur, tuinieren en zingen. Het was een zoektocht naar eenvoud, heelheid en zijn.
In deze tweejarige periode onderzochten we ook de theatermogelijkheden vanuit de Alexandertechniek en regisseerden een kleine groep Zweedse acteurs met wie we een nieuwe Orpheus-productie ontwikkelden.
Verenigde Staten
Op uitnodiging van het Williams College, Massachusetts, vertrokken we in 1989 naar de Verenigde Staten om er Alexandertechniek, Theatre 101, beweging en improvisatie te doceren. We regisseerden er Quad (Samuel Beckett) en Conference of the Birds (Peter Brook).
Amsterdam
Na onze anderhalf jaar aan het Williams College in Massachusetts reisden we twee maanden met onze camper door Noord-Amerika, van de oost- naar de westkust, tot onder New Mexico en terug naar Boston. Het was een zeer bijzondere reis dwars door de Amerikaanse cultuur en geschiedenis. In 1991 keerden we terug naar Europa en besloten in Nederland neer te strijken om een nieuw trainingscentrum voor Alexandertechniek en kunsten op te zetten in Amsterdam. In 1994 openden we de deuren van ATCA op de Herengracht.
Momenteel bestaan onze opleiding en privépraktijk al ruim drieëntwintig jaar, waarin we meer dan tachtig Alexandertechniekdocenten hebben opgeleid uit alle windrichtingen en disciplines. We hebben op diverse conferenties en congressen van internationale organisaties van Alexandertechniekleraren workshops en uitvoeringen gegeven voor aanstaande docenten.